Wetenschappelijk spreekt met over 'hoogsensitieve personen' (HSP: 'Highly sensitive persons'). Wetenschappers zien hooggevoeligheid als een persoonlijkheidseigenschap die, net zoals intelligentie normaal verdeeld is over de bevolking. HSP wordt niet aanzien als een aandoening, zoals bijvoorbeeld een depressie. Het wordt gezien als een ‘kwetsbaarheid’, maar één die je ook kan inzetten als een kwaliteit. Hoogsensitieve personen verwerken informatie diepgaander en ervaren emoties intenser dan de gemiddeld sensitieve persoon. De hoogsensitiviteit uit zich o.m. in een algemene bedachtzaamheid, een sterk empathisch vermogen en het opmerken van subtiele geluiden, geuren en/of visuele stimuli. Eveneens is men gevoelig voor esthetiek. Empirisch is vastgesteld dat de persoonlijkheidstrek ‘consciëntieus zijn’ sterk samenhangt met HSP. Omwille van de hooggevoeligheid kunnen deze personen sneller overprikkeld geraken. Overstimulatie zorgt voor heftige stressreacties en vormt een aanslag op het denkende brein, met slechte prestaties tot gevolg. Maar HSP hoeft geen probleem te vormen indien er op een goede manier mee omgegaan wordt. Belangrijk hierbij is het respecteren van ‘hersteltijd’. Zo kunnen personen met hooggevoeligheid intenser genieten van bijvoorbeeld muziek. Wetenschappelijk onderzoek naar hoogsensitiviteit staat nog in de kinderschoenen. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar het verband met depressies, angst, vermoeidheid en lichamelijke klachten (Eos: Psyche & Brein, 2019, nr 4, blz. 12-15).